Anne Wenzel Installaties Beelden Openbare Ruimte Teksten CV Nieuws Links Contact
NED | ENG

Teksten

VERZETTEN, VLUCHTEN OF MEEDOEN?

download

Monumentaal gedenkteken van Anne Wenzel in Boijmans Van Beuningen
Manon Braat, Kunstbeeld 05-2010



Midden in Museum Boijmans Van Beuningen is een herdenkingsplek ingericht met loodzware keramieken bloemenkransen. "Requiem of Heroism" van beeldend kunstenaar Anne Wenzel is een eigentijds gedenkteken dat onvermijdelijk heftige associaties met de herdenking van de Tweede Wereldoorlog oproept.

Anne Wenzel is Duits. Dat maakt de presentatie van haar monumentale "Requiem of Heroism", of je het nu wilt of niet, interessanter dan wanneer zij een andere nationaliteit zou hebben. Wenzel (1972) is van een generatie die op geen enkele manier aansprakelijk gehouden kan worden voor wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Hoe staat zij hier zelf tegenover? En hoe vraag je dat, zonder haar te bruskeren. Voorzichtigheid is dus geboden. Maar nog vóór de eerste omzichtig geformuleerde vraag uitgesproken is, onderbreekt ze al.

"Juist omdat ik een Duitse ben in Nederland, ben ik geïnteresseerd geraakt in de beeldtaal van nazi-Duitsland. Iedereen weet dat tekens en symbolen misbruikt worden door totalitaire systemen, maar ondanks die kennis laten we ons erdoor manipuleren. Ik vind het interessant om vormen die door iedereen onmiddellijk met een bepaalde context geassocieerd worden, terug te brengen tot de basis en te kijken in hoeverre vorm los gezien kan worden van inhoud."

In Kunstvereniging Diepenheim maakte Wenzel in 2007 een installatie van vlaggen en keramieken beelden die ze bijna één op één overnam van een afbeelding uit de nazitijd. Alleen liet ze hakenkruisen, adelaars en andere expliciete verwijzingen weg. Het gevolg: niemand herkende de beeldtaal van de nazi's.

Als ze in Duitsland was gebleven, vertelt ze, zou haar fascinatie voor die symboliek waarschijnlijk niet zijn ontstaan. Het zou veel te gevoelig liggen. Bovendien is een zekere afstand nodig om het te kunnen zien. En in Duitsland is het onmogelijk om die afstand te creéren, meent Wenzel: "Je wordt daar constant gewezen op de enorme schuld die jouw volk voor eeuwig met zich meedraagt."

Verlepte bloemenkransen

In Boijmans Van Beuningen presenteert Wenzel nu een installatie van bloemenkransen: een universeel symbool voor het herdenken van de in een oorlog gevallenen. In het midden van een centrale hal in het museum bouwde Wenzel een donkergrijs metalen plateau. Een sokkel van hetzelfde materiaal, die op het plateau is geplaatst, draagt een grote bloemenkrans, eromheen liggen enkele kleinere kransen. De bloemen zijn gekleid en geglazuurd in voornamelijk grijstinten, met witte, rode en groene accenten. De vier nissen die de museumhal omringen, heeft Wenzel afgesloten met hekken, van hetzelfde soort antracietkleurige metaal. Achter de tralies staan eveneens bloemenkransen op sokkels of ze hangen er aan de muren. "Requiem of Heroism" is een buitengewoon imposante, monumentale installatie. Je ontkomt niet aan het enorme gewicht van de loodzware oorlogssymboliek en de massiviteit van de sculpturen - een krans weegt al gauw 600 kilo.

Aangrijpender wordt de installatie nog omdat de bloemen aan de kransen zijn verwelkt. De ceremonie is afgelopen, het collectieve herinneren voorbij. Wenzel: "Het moment van het herdenken zelf is volledig geregisseerd, dat verloopt via strakke protocollen. Kortdurend is er sprake van saamhorigheid. Pas als iedereen vertrokken is en de boel er verlept bijligt, krijg je de ruimte om je af te vragen hoe jij je tot die opgelegde heroïek wilt verhouden. Laat je je er door meeslepen of niet? Iedereen weet dat herdenkingsplekken en -rituelen zijn bedacht en vormgegeven om emoties bij mensen op te roepen. Mij interesseert de persoonlijke keuze die het individu maakt ten opzichte van die mechanismen. Ik wil niet veroordelen, maar wel tegen mensen zeggen: weet dat je gemanipuleerd wordt, weet wat je ziet. Bovendien vind ik het contrast tussen de vergankelijkheid van de bloemen en de heroïek van het monument erg mooi."

Pacifisme en nationalisme

De afgelopen jaren deed Wenzel onderzoek naar gedenktekens: hoe worden ze vormgegeven en door bezoekers beleefd? Ze liep de oorlogsmonumenten van Berlijn af en bezocht de streek rond Ieper, het Belgische stadje waar tijdens de Eerste Wereldoorlog een half miljoen Belgische, Franse, Duitse en Britse soldaten sneuvelden en dat ruim 170 oorlogsbegraafplaatsen telt. In Ieper maken de gedenkplaatsen van de verschillende landen volgens Wenzel duidelijk hoe volken met hun eigen geschiedenis omgaan. De Britten hebben bijvoorbeeld mooie, zeer goed verzorgde begraafplaatsen, waar altijd verse bloemen liggen. Met touringcars en speciale helicoptervluchten kun je erheen. Het is een toeristische trekpleister, een plek voor de gezamenlijke beleving van emoties.

De Duitse plek is niet zo goed onderhouden en voelt volgens Wenzel veel stroever. Duitsers weten zich er niet zo goed raad mee. Ze hebben zich in de loop der jaren vooral gericht op de verwerking van de Tweede Wereldoorlog. Dat merk je ook in Berlijn waar een groot monument uit de jaren tachtig staat voor Ernst Thälmann, de leider van de Kommunistische Partei Deutschlands tijdens de Weimarrepubliek. Wenzel: "Omdat het socialisme een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van de stad uitmaakt, blijft het beeld staan, maar het wordt niet onderhouden en is altijd besmeurd met graffiti en vogelpoep. Terwijl Duitsers eigenlijk heel gründlich zijn. Dat deel van de geschiedenis hebben ze duidelijk nog geen plek kunnen geven."

Met de bloemenkransen van "Requiem of Heroism" spreekt Wenzel ook het Nederlandse collectieve herdenken aan. Wij associëren kransleggingen het meest met de Nationale Dodenherdenking op 4 mei, als Koningin Beatrix een krans legt bij het Nationaal Monument op de Dam. Bij dat soort officiële herdenkingsplechtigheden ontmoeten volgens Wenzel pacifisme en nationalisme elkaar. Enerzijds worden de gruwelijke gevolgen van oorlog herdacht maar anderzijds worden de soldaten die voor het vaderland zijn overleden als helden geëerd. Maar van dat nationalisme willen Nederlanders niet graag horen. Ze sluiten liever de ogen voor de eigen zwarte bladzijden uit de geschiedenis, is Wenzels overtuiging. "De Nederlanders waren tijdens de Tweede Wereldoorlog helemaal niet zo goed als altijd werd beweerd", roept ze uit, lachend maar toch fel. "De indruk is jarenlang gewekt dat alle Nederlanders in het verzet zaten. Maar de waarheid blijkt een stuk minder fraai. Veel Nederlanders hebben gecollaboreerd met de nazi's en soms ook actief meegewerkt aan de vernietiging van de Joden."

Politieke implicaties

Ook vandaag de dag worden nationalistische sentimenten massaal ontkend, meent Wenzel. De populariteit van mensen als Fortuyn en Wilders houdt haar 's nachts wakker, "maar hier denkt iedereen nog steeds dat het wel overwaait. Ik, met m"n Duitse geschiedenis, denk voortdurend: pas toch in hemelsnaam op!" Ze windt er geen doekjes om als ze stelt dat Nederland simpelweg niet wil erkennen dat er hier een draagvlak is voor rechts-radicalisme. Voor haar is Wilders eenduidig rechts-radicaal: zijn uitspraken zijn in strijd met de grondwet en hij polariseert en radicaliseert. "Maar uit onderzoek zou blijken dat Wilders niet rechts-radicaal is maar 'nieuw rechts'", schampert ze. "Wat een flauwekul! Over het Vlaams Belang zal elke Nederlander onomwonden beweren dat het rechts-radicaal is, net als over de politiek van Jörg Haider indertijd, en van Le Pen en Berlusconi. Maar voor de eigen radicale politiek verzinnen ze een nieuwe term om het wat af te zwakken. Nee, Nederland is nog lang niet wakker. Er zou eens serieus onderzocht moeten worden waarom rechts-radicalisme in dit land kan bestaan. Maar dan moet wel eerst geaccepteerd worden dát het er is."

Om mensen de ogen te openen, gebruikt Wenzel vaak bekende tekens en symbolen in letterlijke zin. "Maar", zegt ze verontwaardigd, "niemand merkt de politieke statements die ik maak, ooit op. Die vlaggen in Diepenheim, een beeld dat ik maakte van vechtende honden, het ging allemaal over rechts-extremisme in Duitsland. Mijn beeldtaal is zo duidelijk afgeleid van overbekende dingen, maar dat heeft nog nooit iemand gezien! Ik heb wel eens gedacht: moet ik nou echt hakenkruisen gaan maken zodat iemand eindelijk eens de politieke implicaties van mijn werk opmerkt? In een recent televisie-interview stond ik erop het over de politieke verwijzingen van "Requiem of Heroism" te hebben. De regie heeft alles eruit geknipt. Ik heb het idee dat Nederlanders het graag gezellig willen houden, veilig."

Is Anne Wenzel dapper, dat ze onverschrokken onderwerpen aansnijdt uit de zwartste bladzijde uit de geschiedenis van haar land? En waarom willen wij de toch onmisbare politieke verwijzingen naar rechts-radicalisme in haar werk liever niet zien? Waarom voelt het zo lastig het ter sprake te brengen, terwijl zij zo nuchter en eerlijk naar de geschiedenis kijkt? Zonder omhaal vertelt ze nog dat haar opa voor de nazi's vocht, net zoals de opa's van al haar vriendinnen op school. Wenzel: "Theoretisch had je de keuze voor verzet, vlucht of meedoen. Alleen bleek in de praktijk dat je wel héél heldhaftig moest zijn om als jongeman midden in de oorlog het verzet in te gaan. Mijn opa was geen held. Ik heb het daar persoonlijk nooit moeilijk mee gehad. Maar in Nederland wordt te makkelijk gezegd: jouw opa was fout."